intro
Als vormgever ben je je bewust van maatschappelijke trends en speel je daarop in tijdens je creatieve proces. Je bent je ook bewust van de historische context van visuele voorbeelden.
Elke scène integreert elementen van compositie. Met de compositieregels voor fotografie kun je beelden gemakkelijker lezen en hun onderliggende boodschap begrijpen.
In elke visuele creatie met tekst en beeld besteed je aandacht aan typografie en lay-out. De openingsscène toont de titel in een scriptletter, wat een geïdealiseerd verhaal over de VS suggereert.
We bekijken iconische voorbeelden van beeldtaal, van vroeger en nu. We bespreken ze op basis van drie vragen: wat? Hoe? Waarom? Je maakt best een tijdlijn voor de historische context.
We hebben het over compositie, brandpuntafstand (lenzen), diafragma (scherptediepte) en sluitertijd (beweging tonen of bevriezen).
We bespreken typografie en lay-out. Maak een lijstje met alle vaktermen die je moet kennen én toepassen.
Belangrijk om benamingen van stijlen te kennen en te identificeren (of weten waar te zoeken) om een correcte prompt te kunnen schrijven. Je moet ook weten WAAROM je die stijl zou toepassen (= wat is je concept).
Twee issues:
1) Je moet al veel fotografen kennen vooraleer je een stijl kan kopiëren.
2) Je moet een héél goeie reden hebben om die stijl te kopiëren.
Je laten inspireren is beter dan iets zomaar kopiëren.
Wél interessant voor moodboards, maar dan moet je natuurlijk al achtergrondkennis hebben.
Dorothea Lange,
'Migrant Mother' (1936)
Je moet natuurlijk weten wie Banksy is!
Liechenstein, Surat, Kilmt...: fout gespeld.
Is het voorbeeld van Kubisme wel echt Kubisme?
De kleuren kloppen niet.